Beginnersgids: Drytoolen
Bij het drytoolen klim je met ijsbijlen en stijgijzers, net als met ijsklimmen, maar dan op het droge: in de rots of op een wand. Drytool je op een wand? Dan is deze vaak gemaakt van hout of bevat deze speciale, extra sterke grepen. In deze beginnersgids vertellen we je alles over drytoolen en het materiaal dat je daar bij nodig hebt.
Deze blog is geschreven door alpinist en enthousiast drytoolster Line van den Berg. "Drytoolen is de toekomst van het alpinisme", grap ik vaak tegen vrienden als ze me vragen waarom ik het toch zo leuk vind om met bijlen en stijgijzers op de rots te krassen. Maar is dat echt zo? En wat is drytoolen nou eigenlijk?
Foto: Line in Eptingen, Zwitserland. Foto door Martin Platteschor
Het drytoolen, letterlijk: droog-toolen (als tegenhanger van ijs), is ontstaan in de jaren ‘90 als een middel om hangende ijspilaren te kunnen bereiken die niet tot de grond raakten. Al snel evolueerde het drytoolen zich van ‘middel’ tot sport op zichzelf: om voor nieuwe projecten te kunnen trainen werden drytool gebieden ontwikkeld en inmiddels is er een actieve gepassioneerde gemeenschap die drytool evenementen organiseert en nieuwe gebieden inricht. Ook is er een groep atleten die zich serieus richt op het internationale wedstrijdseizoen ijsklimmen, wat in tegenstelling tot de naam suggereert, meer weg heeft van drytoolen.
Zoals in de intro al even uitgelegd heeft drytoolen overeenkomsten met ijsklimmen. Bij het drytoolen klim je met ijsbijlen en stijgijzers, net als met ijsklimmen, maar dan op ‘het droge’: in de rots. Populaire drytoolgebieden zijn net rotsklimgebieden: routes zijn behaakt en de grepen zijn gemarkeerd met verf (in plaats van pof). Die verf is erg nuttig, omdat de gaten voor de bijlen klein zijn en dus moeilijk te zien zonder. Tijdens het klimmen haak je de bijlen in de gaten en zet je de stijgijzerpunten op minuscule randjes. Omdat door de bijlen je lichaamspositie wat naar achter kantelt, is de pump vaak niet ver te zoeken!
Line in een M5+ in de Ecrins. Foto door Menno Schokker.
Nog steeds functioneert drytoolen als training voor het ‘echte werk’: ijsklimmen, lange mixed routes en winteralpinisme. Je traint heel effectief je onderarmen, triceps (heel belangrijk in het drytoolen!), core en kuiten. Bovendien krijg je er erg goed bijlgevoel van: de kunst om te kunnen voelen hoe goed een greep is, net zoals met rotsklimmen, alleen dan met je bijlen in plaats van handen. Maar bovenal is het ook gewoon een erg gave sport! Het geeft een ontzettende kick om met zulk scherp materiaal te klimmen en de bewegingen zijn ontzettend anders dan met rotsklimmen. Zo kun je op de rots een zijgreep goed vastknijpen zonder problemen, maar met drytoolen heb je veel lichaamsspanning nodig om te voorkomen dat je bijl van de zijgreep afglijdt. En voor de echte experts is er natuurlijk de Figure 4, die zich het best laat uitleggen door middel van een foto:
Line maakt een Figure 4 tijdens het NK ijsklimmen in 2019. Foto door Bas Visscher.
Niet iedereen gebruikt de Figure 4, het wordt ook wel gezien als valsspelen, net zoals spleetklimhandschoenen worden gezien als valsspelen binnen het spleetklimmen. De stijl om geen Figure 4 te gebruiken heet DryTool Style (DTS) en is ontstaan in l’Usine, vlakbij Grenoble. Ik zou zeggen, probeer het vooral en bepaal zelf :)
Als je gaat drytoolen heb je het volgende nodig: een standaard rotsklimuitrusting (gordel, helm, setjes, touw, zekerapparaat), bijlen en stijgijzers. Het liefst gebruik je een bijl die wat agressiever is, zoals de Petzl Nomic of Ergonomic.
Qua stijgijzers drytoolen we met zogenoemde fruitboots, bergschoenen waar geen zool onder zit maar wel een plaatje met een stijgijzerpunt. Deze schoenen zijn duur! Het loont dus om eerst te kijken of je de sport echt tof vind voordat je gaat investeren. Drytoolen doen we op mono-punten, maar elke stijgijzer met mono-punten volstaat. Bijvoorbeeld de Petzl Lynx.
Belangrijk: gebruik geen leashes! Leashes kunnen de bijl heel hard in je gezicht laten komen als je een onhandige val maakt. Het gebeurt dus wel eens dat een bijl naar beneden valt… of… dat een klimmer valt en de bijl nog in de wand hangt! Dan is het handig als je klimpartner ook een potje kan toolen om de bijl terug te halen. Gebruik ook geen hamer of schoffel op je bijl, die kan hard in je gezicht komen als je bijl wegschiet.
Juist vanwege deze kans op vallende bijlen (overigens is die kans met ervaren drytoolers niet heel groot) is het aan te raden te zekeren met een halfautomaat tijdens het drytoolen. Gebruik bijvoorbeeld een Petzl GriGri of een Mammut Smart. En vergeet natuurlijk nooit je helm!
Mijn favoriete drytoolgrot, l’Usine, vlak bij Grenoble. Foto door Line van den Berg
Er worden twee type waarderingen gehanteerd voor de moeilijkheid van een drytoolroute. D-waarderingen voor routes die puur door rots gaan en M-waarderingen voor routes die door gemixt terrein, rots en ijs, lopen. Het is ooit begonnen als een afgeleide van waterval ijs waarderingen. D3-4/M3-4 staat dan gelijk aan WI3-4 en is een goed instapniveau. Maar waar de waterval-ijs waarderingen stoppen bij WI7 (er is geen steiler waterval ijs dan loodrecht), gaan de D- en M-waarderingen door tot 14-15 en ontwikkelt de sport nog steeds!
Let op: zodra routes zelf afgezekerd moeten worden met cams en nuts, krijgt de route (meestal) een M-waardering. Check dus goed of het gebied behaakt is voordat je er heen gaan. Anders kan het verschil tussen een D4 en een M4 soms enorm zijn!
Een vergelijking met rotsklim waarderingen is moeilijk te leggen. Ik zou zelf D8 met 6b vergelijken en er is wel eens tegen me gezegd dat D10 ongeveer 7b is. Maar het blijven twee totaal verschillende sporten met andere fysieke uitdagingen, en bovendien kan het verschil tussen twee gebieden echt groot zijn!
Wil je graag meteen aan de slag met drytoolen? Dan raden we je aan om eens naar Olympos of Monte Cervino te gaan. In de winter hebben Sportcentrum Olympos in Utrecht en Bergschenhoek/Monte Cervino in Rotterdam een echte drytool wand. In Bergschenhoek wordt er geklommen op sportklimschoenen, maar de wand in Utrecht is net zoals bij de internationale wedstrijden. Deze wand is van hout met daarop grepen geschroefd. Wel weer iets anders dan het drytoolen buiten: je trapt met je voeten in het hout en zet je bijlen op de grepen. Bij Sportcentrum Olympos kun je ook materiaal huren als je het niet hebt.
Het is aan te raden om de eerste keer een workshop te volgen. De NKBV biedt deze aan. Bekijk de workshop op de website van Bergsportreizen.nl
Waar drytoolen in de rots? Hier vind je een kaart naar (een aantal) drytool gebieden in Europa: mapotic.com.
Let op: de sport ontwikkelt zich in rap tempo en er komen snel veel nieuwe gebieden bij! De meeste kun je vinden in facebook groepen over ijs- en mixed klimmen. Of stuur mij (Line van den Berg) een berichtje!
Is drytoolen de toekomst van het alpinisme? Ja… helaas vrees ik van wel. Grote routes worden steeds meer in de winter geklommen omdat de permafrost aan het ontdooien is, met als gevolg veel steenslag gevaar in de zomer. In de winter houdt de kou de rots beter bij elkaar en zijn de routes dus veiliger. Dus waar wacht je nog op? Tijd om de sport te ontdekken!
Line in de Eiger Noordwand. Foto door Fay Manners.